Ik ken mensen, die de bijbelteksten zó lezen, dat zij op basis hiervan geloven dat je (bijvoorbeeld) geen homo mag zijn. Om die reden zijn mensen ‘stiekem’ homo (naast een huwelijk van veertig jaar met kinderen). De druk van de gemeenschap, de angst om iedereen kwijt te raken als je jezelf bent, is groot. Maar zoals alle geloven, kent ook het christelijk geloof vele gradaties. Mijn christen-zijn is hoofdzakelijk gebaseerd op één bijbeltekst: 'Heb uw naaste lief zoals u zelf. En God boven alles'. Dat is hoe ík probeer te leven.
Het geloof biedt ruimte genoeg om verder te kijken dan wat je kent. Om de ander zijn geluk te gunnen.
Gelukkig hoor ik bij een heel fijne kerk. Bij ons kunnen ook mensen van hetzelfde geslacht trouwen. Toen er voor de eerste keer werd gevraagd of dit kon, moest ik – eerlijk is eerlijk – wel even wennen aan het idee. Kan dit in onze kerk? Maar vrijwel direct dacht ik: waarom niet? Want even serieus, wie ben ik om zoiets andere mensen niet te gunnen? Het geloof biedt ruimte genoeg om verder te kijken dan wat je kent. Om de ander zijn geluk te gunnen.
Zelf probeer ik ook open te staan voor andermans gedachten, mening, achtergrond en denkwijze. Alleen dan kun je groeien. En dat wil ik graag. Iedereen heeft een mening. En stel nu dat het voor mij - want onbekend - lastig zou zijn om samen te werken met iemand die transgender is. Dan zou ik het gesprek daarover moeten aangaan, vind ik. Binnen onze organisatie ligt daar een heel belangrijke rol voor teamchefs. Zij moeten zien, voelen, luisteren. Begrip tonen, voor alle meningen. En stimuleren dat mensen in gesprek gaan. Daarbij moet het van twee kanten komen. Iedereen zou zichzelf dus moeten afvragen: ben ik bereid om met de ander in gesprek te gaan? Ook als we elkaar, op het eerste gezicht, niet liggen, als we botsen? Ik zou het doen. Wie weet is die ander zo kwaad of gek nog niet.
Terug naar de online expo - 12 portretten, 12 verhalen.